Weer een nieuwe ontwikkeling?
Jazeker, Het weilandje in de Oeverlanden waarin de botentrailerhelling wordt geprojecteerd moet volgens het Natuurbeheerplan van de Provincie Zuid Holland worden ontwikkeld als Kruiden-en faunarijk grasland. Het beheerplan, waar dat in staat, wordt in september 2010 vastgesteld. De provicie schetst de ideale situatie:
Wat heeft deze ontwikkeling voor gevolgen?
Hoe deze voornemens van de Provincie zich gaan verhouden tot de recreatiedruk van de botentrailerhelling en de voorgenomen compensatie en beheer is nog niet duidelijk.
BRON: PROVINCIE ZUID HOLLAND.
Jazeker, Het weilandje in de Oeverlanden waarin de botentrailerhelling wordt geprojecteerd moet volgens het Natuurbeheerplan van de Provincie Zuid Holland worden ontwikkeld als Kruiden-en faunarijk grasland. Het beheerplan, waar dat in staat, wordt in september 2010 vastgesteld. De provicie schetst de ideale situatie:
Het hooilandje moet in de toekomst een kruiden-en faunarijk grasland worden. Dat wil zeggen grasland dat kruidenrijk is, maar niet tot de schraallanden vochtig hooiland en overstromingsgrasland behoort. De vegetatie (plantengroei, plantenleven. red.) kan behoren tot allerlei verbonden van graslandvegetaties; ondermeer kamgrasvegetaties of de meer algemene witbolgraslanden.
Diverse soorten ruigte en struweel kunnen in dit grasland gaan voorkomen. Het grasland zal in de toekomst beweid of gehooid worden en niet of slechts licht bemest....
Het beheertype Kruiden-en faunarijk grasland kan voorkomen op diverse bodems van vochtig tot droog en heeft doorgaans een (matig) voedselrijk karakter. Kruiden-en faunarijk grasland komt in vrijwel alle landschapstypen voor. Toch is het areaal de laatste veertig jaar enorm afgenomen door de gangbare landbouwpraktijk: sterke bemesting gecombineerd met periodiek doodspuiten van de grasmat en opnieuw inzaaien met hoog productieve grasvariƫteiten. Er zal in de toekomst dus geen bemesting meer toegepast worden, met uitzondering van ruige stalmest (max. 20 ton per ha per jaar) of bekalking.
Het beheertype Kruiden-en faunarijk grasland kan voorkomen op diverse bodems van vochtig tot droog en heeft doorgaans een (matig) voedselrijk karakter. Kruiden-en faunarijk grasland komt in vrijwel alle landschapstypen voor. Toch is het areaal de laatste veertig jaar enorm afgenomen door de gangbare landbouwpraktijk: sterke bemesting gecombineerd met periodiek doodspuiten van de grasmat en opnieuw inzaaien met hoog productieve grasvariƫteiten. Er zal in de toekomst dus geen bemesting meer toegepast worden, met uitzondering van ruige stalmest (max. 20 ton per ha per jaar) of bekalking.
De meeste overgebleven kruidenrijke graslanden liggen vooral in overhoekjes van het agrarische gebied of komen voor in natuurgebieden. Daar kan kruidenrijk grasland een tijdelijk fase zijn als de benodigde abiotische omstandigheden voor schraallanden niet of nog niet gerealiseerd kunnen worden. Kruiden-en faunarijk grasland wordt bij een goede kwaliteit gekenmerkt door variatie in structuur (ruigte en plaatselijk struweel, hogere en lage vegetatie) en een kruidenrijke graslandbegroeiing die rijk is aan kleine fauna. De grasachtigen (monocotylen) zijn dominant, maar kruiden (dicotylen) en mossen hebben een oppervlakteaandeel van tenminste 20%
Gradiƫnten ( verloop van een grootheid per eenheid van lengte, in de richting waarin dat verloop het sterkst is. red.) binnen (grond)waterpeil en voedselrijkdom gaan zorgen voor diverse vegetatietypen. Kenmerkende of bijzondere soorten van schralere beheertypen ontbreken grotendeels binnen Kruiden-en faunarijk grasland, maar graslanden zijn vaak wel rijk aan minder zeldzame soorten. Het type is o.a. van belang voor vlinders en andere insecten, vogels en kleine zoogdieren.
Wat heeft deze ontwikkeling voor gevolgen?
Hoe deze voornemens van de Provincie zich gaan verhouden tot de recreatiedruk van de botentrailerhelling en de voorgenomen compensatie en beheer is nog niet duidelijk.
BRON: PROVINCIE ZUID HOLLAND.
Reacties
Een reactie posten