DE OVERKANT

Ik zou nu willen weten en omvatten 
wat iedereen niemand uitgezonderd, op dit moment doet, voelt, denkt, et cetera. Totale doorzichtigheid.
Als ik als enige overgebleven zou zijn is deze wens bereikbaar. En daarin schuilt juist een paradoxaal gevaar van dit verlangen.

-
Van hoeveel dingen kun je niet direct in een handomdraai het tegenovergestelde beweren.
Volgens Heraclitus hebben alle dingen een tegendeel nodig.
Maar ik heb eerder het gevoel dat ieder ding als het ware begeleid wordt door zijn ontkenning. Of wellicht niet zonder ontkenning kan. Binnen mijn ervaring en taal.

Maar waarom kan je ook niet gewoon stellen dat alles complementair aan elkaar is.
De bloem vult het gras aan. Het gras vult de muis aan of mijn radio.
Of is er noch sprake van een tegendeel, nog van een aanvulling.
Alles gewoonweg opgesloten binnen zichzelf?
En alleen binnen zichzelf te vatten of te begrijpen?
-
Mijn Hier en Daar.
Ik wil tegelijk hier zijn en daar.
-
Langzaam maar zeker daalt de met vochtdeeltjes gevulde schemering over de velden.
-
Nog meer dan de duisternis smeed de schemerende nevel de verschijnselen aaneen. In de duisternis zijn ze verdwenen.
De mistige schemerstilte doet ze verdwijnen en verschijnen tegelijk.
-
Ik ben mijn eigen buitenstaander.
Dus heb ik toch nog iets van mijzelf.
Maar ik ben ondertussen wel verstrikt geraakt in mijn woorden.
Oh, had ik maar een woord, een woord dat helemaal van mijzelf was. Woorden worden gedeeld maar hoe?
-
Syllogisme voor eigen gebruik.
Ik ben waar.
Ik ben niet waar.
Waar ben ik niet waar?
-
In 1949 na Christus ontstond mijn Rubicon. Ze beweegt zich sindsdien met mij mee en wijkt niet van mijn zijde.
-
Alles beweegt zich, lijkt me, met ons mee.
Trouwen als alles iets verschoven is staat het ten opzichte van elkaar weer op de zelfde plaats. Alleen ten koste van een grotere inspanning. Dat is een logica die velen bang zijn on in te zien in onze mobiele 'samenleving'. Het probleem is dat er meestal wel een dwaas is die begint. Onze angst om achter te blijven doet de rest.
-
Ik kan mij nog herinneren hoe ik eens de trap naar boven liep om iets te gaan doen, stilstond en bedacht dat ik net zo goed weer beneden zou kunnen gaan. Wat zou er gebeuren als alle mensen zich een dergelijke vraag op het zelfde moment in alle hevigheid zou stellen?
-
Ik loop naar de overkant.
Loop weer terug.
Probeer hardnekkig de overkant te bereiken.


Uit De Overkant door Otto Egberts
Stichting Collage Kortenhoef
ISBN nummer: 90-800848-8-3.

Otto Egberts was een docent van mij aan de Willem de Kooning Academie te Rotterdam. Samen hebben we eens meegedaan aan de tentoonstelling Meester-Leerling bij het CBK in Rotterdam.

Reacties